Behandelingen en professionele hulp
Eetstoornissen vragen doorgaans om langdurige, specialistische behandeling. Genezing is meestal geen kwestie van een paar gesprekjes, een pilletje of een weekje rust. Het herstel kost vaak veel tijd en vergt veel van de sporter.
Een lange weg terug
“Het werd een lange weg terug. Een weg die ook weer vier jaar duurde. Maar als ik iets geleerd heb, is het dat als iemand zo’n sterk karakter heeft dat ze zichzelf zowat dood kan hongeren, ze ook sterk genoeg is om zich daar weer uit te worstelen.”
(Leontien van Moorsel)
Wel geldt: hoe eerder je erbij bent, hoe beter de stoornis te behandelen is. Een sporter met een eetstoornis die openstaat voor behandeling verdient dan ook alle aanmoediging. Zeker gezien het feit dat de meesten een flinke drempel ervaren om hulp te zoeken in de geestelijke gezondheidszorg. Niet zelden hebben ze last van gevoelens van schaamte en falen. Velen hebben moeite om hulp te vragen of te accepteren en om hun gevoelens en gedachten met anderen te delen. Ook hebben ze vaak het idee dat ze hun problemen zelf wel kunnen oplossen of dat die vanzelf weer overgaan. De praktijk wijst helaas uit dat deze sporters het meestal bij het verkeerde eind hebben. Genezen van een eetstoornis: dat doe je niet alleen. Daarbij is deskundige hulp echt hard nodig.
In Nederland biedt de reguliere gezondheidszorg gelukkig veel goede en verschillende vormen van professionele hulp. De hulp kan bestaan uit opname in een gespecialiseerde kliniek, één of enkele dagen hulp per week of enkele uren tot één uur per week bij een vrijgevestigde hulpverlener. Bij ernstigere problemen (met name bij anorexia nervosa) wordt meestal een aantal professionals ingeschakeld en kan het behandelteam bestaan uit bijvoorbeeld een huisarts/sportarts, een klinisch psycholoog, een sportdiëtist, een psychiater, een internist en (voor jeugdigen) een kinderarts.
De weg naar de hulpverlening verloopt vaak via een huisarts, bondsarts of sportarts. Let wel op: om de begeleiding vergoed te krijgen, is het doorgaans nodig dat de verwijsbrief getekend wordt door de huisarts (niet door de sportarts). Binnen de hulpverlening kan sprake zijn van een wachtlijst.