Gevolgen na topsport

Problemen kunnen verergeren
Hoe kan het nu dat eetproblemen na beëindiging van een topsportcarrière kunnen verergeren? Die gewichtsklasse hoeft niet meer gehaald te worden, het uiterlijk wordt niet meer zo in de gaten gehouden, die kilometers hoeft de sporter niet meer te maken…

De balans is zoek
Veel sporters hebben na beëindiging van hun topsportcarrière moeite om hun gewicht onder controle te houden. Ze zijn gewend aan een eetpatroon dat is afgestemd op veel en langdurig sporten. Als de sportbeoefening wegvalt, of aanzienlijk afneemt, zien we dan ook vaak dat ze zwaarder worden. Er ontstaat een disbalans tussen energiegebruik (lichaamsbeweging) en energie-inname (voeding). En niet alleen het lichaam verandert, vaak ook het zelfbeeld. Vrouwen hebben hier doorgaans meer last van dan mannen. De veranderingen van het lichaamsgewicht en het zelfbeeld kunnen eetproblemen verergeren.

De structuur valt weg
Sommige topsporters blijken na hun topsportcarrière moeite te hebben met het wegvallen van structuur. Tijdens hun topsportloopbaan wisten ze vaak precies wat ze wanneer moesten eten en drinken. Ze volgden een strak eetschema. Als die externe regels wegvallen, kunnen er bij hen problemen ontstaan. Soms blijken ex-topsporters niet in staat om zelf structuur aan te brengen en kunnen eetproblemen verergeren.

Zoektocht

“Topsport is een duidelijke leefstijl die je eetgedrag dicteert. Nu ik geen topsporter meer ben, hoef ik niet meer te eten als een topsporter. Nu moet ik zelf bepalen wat ik wil… Het was een behoorlijke zoektocht voor me nadat ik gestopt was. Hoe vaak mag je trainen, hoeveel eten heb je nodig? Ik heb mijn doel nog steeds niet bereikt… Eten waar ik zin in heb in plaats van wat ik denk nodig te hebben of het relateren aan de hoeveelheid energie die ik die dag heb verbruikt…”

(Ex-topsporter)

De identiteit raakt zoek
Het leven na de sport verschilt bovendien aanzienlijk van het leven als topsporter. Staan topsporters regelmatig in de schijnwerpers, na hun carrière verdwijnen velen in de schaduw. Ook de focus op de sport valt weg. Niet altijd komt daar meteen iets anders voor in de plaats. Deze veranderingen kunnen leiden tot een identiteitsverlies en depressieve gevoelens. Ook dat zijn potentieel oorzaken van een verergering van eetproblemen.

Wie ben ik eigenlijk?

“Toen ik gestopt was, dacht ik: wie ben ik eigenlijk? In het begin had ik wel het idee dat ik een bepaalde identiteit miste, want ik was niet meer de sporter. Ik was gewoon iemand die gewone dingen deed, zeg maar. Dat vond ik op een of andere manier lastig, en nog steeds. Want ik heb altijd over mezelf gedacht in termen als de sporter en daarnaast bestond er bijna niets…”

(Ex-topsporter)

Heel soms lijkt stoppen de oplossing
Maar soms gaat het anders. Dan verdwijnen de eetproblemen als vanzelf als sporters het topsporttoneel verlaten. Hun eetproblemen waren sterk gerelateerd aan het stressvolle bestaan en de prestatiedruk in de topsport. Het wegvallen van die externe druk blijkt dan de oplossing van het eetprobleem te zijn.

Opgelucht

“Mijn eetproblemen werden grotendeels door mijn sport bepaald. Ik deed alles voor de sport. Als ik me voor de sport moest uithongeren, dan hongerde ik me uit. En dat me dat nu gelukkig maakte? Nee, dat blijft gek: sporten gaf me frustraties, stress, problemen… Ik had er eigenlijk helemaal geen lol in. En toen kwam dat moment. Ik voelde me diep ongelukkig en plotseling, als in een opwelling, besloot ik: ik stop gewoon! Wat een opluchting was dat. Het voelde alsof ik van een enorme last verlost werd. En zo is het gegaan. Ik stapte uit de topsport. En weet je: mijn eetproblemen verdwenen gelijk.”

(Ex-topsporter)

Soms weten sporters zelf heel goed dat hun eetproblemen nauw gerelateerd zijn aan hun sport en er zijn ook sporters die juist om die reden besluiten uit de sport te stappen. Maar deze sporters zijn uitzonderingen. Voor de meeste topsporters is stoppen geen oplossing. Zij moeten binnen hun sportcarrière op zoek naar een gezonde balans tussen eten en trainen. De meeste sporters slagen erin, maar te veel sporters niet. Zij verdienen extra ondersteuning. Van hun sociale omgeving, van hun coaches en trainers, van de andere leden van het begeleidingsteam en soms ook van medisch specialisten.