De sporter erkent het probleem

Doorverwijzing: een arts
Als een sporter erkent dat er een eetprobleem is, verwijs dan naar een arts. Liefst is dat de arts met wie de sporter het beste contact heeft. Voor topsporters is dat vaak een sportarts, maar het kan ook een huisarts zijn. De arts kan de sporter screenen en lichamelijk onderzoek verrichten. Bij ‘Handige tips en tools’ vind je screeningsvragen die een arts kan stellen. Daar lees je tevens ook waaruit lichamelijk onderzoek bij eetproblematiek kan bestaan. Als de sporter deze artsen niet goed kent, kan een sportdiëtist of sportpsycholoog als tussenstap fungeren en zo de stap naar de arts vergemakkelijken.

Doorverwijzing: een sportdiëtist
Als een arts vaststelt dat een sporter symptomen heeft van een eetstoornis, kan een verwijzing naar een sportdiëtist, bij voorkeur met ervaring in de begeleiding van eetproblematiek, een goede en laagdrempelige eerste stap zijn. Zeker als het probleem nog niet zo ernstig is en niet zo lang bestaat. De sportdiëtist kan het voedingspatroon van de sporter in kaart brengen en een op maat gesneden advies geven. Als de sporter erin slaagt het voedingsadvies op te volgen, blijft het raadzaam de sporter goed te blijven monitoren.

Doorverwijzing: een specialist
Als de sporter het voedingsadvies niet kan of wil opvolgen, is verwijzing naar een specialist in eetstoornissen een volgende stap.

En verder?
Met de verwijzing van de sporter naar de (para)medische hulpverlening, zijn de eerste stappen naar behandeling van de eetstoornis gezet. Als coach of begeleider heb je uitstekend gehandeld: je hebt het probleem gesignaleerd, je bent het gesprek aangegaan en met de medische staf deel je nu de verantwoordelijkheid om de sporter te adviseren en aan te moedigen deskundige hulp te zoeken. Werp jezelf niet op als therapeut of behandelaar. De behandeling van eetstoornissen vergt specialistische begeleiding. Natuurlijk is het wel raadzaam om de sporter te blijven steunen en om in de gaten te houden of de sporter in behandeling gaat en blijft.